Inleiding
In september 2001 werd aangevangen met de preservering, het onderzoeken en beschrijven van de materiële conditie van schilderijen van een museale instelling. Het betreft hier een collectie van 175 portretten van de 16
de eeuw tot heden.
De inventarisatie en de werkzaamheden werden op locatie uitgevoerd.
Het doel van het project is tweeledig:
1. | Het beschrijven van de materiële toestand van de schilderijen om zo een overzicht te krijgen van de conditie en van een eventuele behandelingsduur uitgesplitst in conserverings-, presentabiliserings- en restauratieduur.
Omdat de schilderijen collectie nog niet eerder is geïnventariseerd functioneert deze inventarisatie tevens als nulmeting. |
2. | Het preserverend behandelen van de schilderijen om in de toekomst verdere schade te voorkomen. |
De uitvoering
De uitvoering is verricht door:
Nico J.M. Boeijink, schilderijenrestaurator
Medewerker 1, conserveringsmedewerker
Medewerker 2, behoudsmedewerker
De werkzaamheden
De werkzaamheden bestaan uit twee onderdelen:
1. | Het eerste deel bestaat uit het zodanig preventief behandelen van de schilderijen dat zij geen verdere schade meer kunnen oplopen door de omstandigheden, waarin zij worden bewaard of tentoongesteld. Deze behandeling bestaat uit: - verwijderen van vuil tussen doek en raam
- beter inlijsten van de schilderijen
- het monteren van vilt in de sponning van de lijst om beschadigingen aan de voorzijde te voorkomen
- het zekeren van de spietjes
- het aanbrengen van een achterkantbescherming
zie afbeeldingen op pagina inlijsting
|
2. | Het tweede deel betreft het inventariseren van de achterstand op conserveringsgebied
van de schilderijen. Daaruit vloeit voort een prioriteitstelling, gebaseerd op de conditie,
en een behandelingsduurindicatie.
Alle schilderijen zijn op een conditiekaart beschreven, deze zijn geautomatiseerd
verwerkt in een database programma MS Access (bijlage 3 conditiekaart en toelichting).
De kaarten, waarop een algemene indruk van het voorwerp, de materiële urgentie en
de noodzakelijke behandelingsduurindicatie worden vastgelegd, vormen een bruikbaar
instrument om het conserveringsbeleid van de collectie op te baseren. |
Enkele cijfers met betrekking tot de actieve conservering
De gegevens betreffen in totaal 175 schilderijen
Staat van de schilderijen:
| Goed | 22 | 12,6 % |
| Redelijk | 130 | 74,3 % |
| Matig | 22 | 12,6 % |
| Slecht | 1 | 0,5 % |
Biologisch aangetaste schilderijen:
| actieve houtworm | 1 | 0,5 % |
| actieve schimmel | 1 | 0,5 % |
Urgentie bepaling:
urgentie 1 | 31 | 17,7 % |
Dit betekent dat behandeling op korte termijn essentieel is voor het behoud. Het betreft meestal dreigend door schilfering van de verf- of gronderingslaag. |
|
urgentie 2 | 64 | 36,6 % |
Dit geeft aan dat de behandeling op termijn noodzakelijk is omdat
achteruitgang van de conditie dreigt. Vaak gaat het hier om oppervlaktevuil welke op den duur schimmelgroei kan veroorzaken of lapjes die zich aan de achterkant van het doek bevinden en de originele drager kunnen deformeren. |
|
urgentie 3 | 5 | 2,9 % |
Deze schilderijen zijn niet of slecht toegankelijk door storend vernis of, in geval, door een moedwillige beschadiging. |
Behandelingsduurindicatie
Van de 96 schilderijen, die een urgentie van 1 of 2 hebben gekregen, zijn er
60 | met een behandelingsduur van | 0 tot 5 | uur |
16 | ,, ,, | 5 tot 10 | uur |
5 | ,, ,, | 10 tot 15 | uur |
5 | ,, ,, | 15 tot 25 | uur |
10 | ,, ,, | 25 tot 50 | uur |
De overige 79 schilderijen behoeven vanuit conserveringsoogpunt geen behandeling.
Samenvatting, conclusies en aanbevelingen
In de periode september 2001 april 2002 zijn er 175 schilderijen uit de collectie van het voorbeeldmuseum op hun materiële conditie beschreven en preserverend behandeld.
Een groot aantal schilderijen is bij een eerdere behandeling van vernis ontdaan of "afgedund".
Hierbij zijn veel wattenresten in het vernis achtergebleven. Dit is soms storend, maar behandeling hiervan is niet noodzakelijk.
Veel schilderijen zijn in het verleden van formaat veranderd en op een ander raam gezet. Bij deze behandeling zijn vaak de randen bijgewerkt in een kleur die niet overeenkomt bij de originele kleuren. Soms is dit storend, behandeling hiervan is echter zeer arbeidsintensief.
Het is opvallend dat de portretten die aan de linkerzijde op de eerste etage hangen beduidend meer oppervlaktevuil vertonen dan de portretten aan de rechterzijde.
Waarschijnlijk komt dit door de luchtbehandelinginstallatie die aan de linkerzijde meer uitstoot geeft.
Veel lijsten zijn verguld terwijl het schilderij in de lijst zat, verguldsel is dan ook met regelmaat op de vernislaag aangetroffen.
Het overgrote deel, zijnde 86,9% van de schilderijen, verkeren in een redelijke tot goede staat.
Toch zullen er 96 schilderijen (54,8%) moeten worden behandeld om verder verval te voorkomen. Het betreft hier voornamelijk het verwijderen van het oppervlaktevuil.
Hiervoor zullen maximaal 1.160 arbeidsuren nodig zijn.
Kamer zuidzijde eerste etage
Het is aan te bevelen om de gordijnen in de kamer aan de zuidzijde op de eerste
etage te sluiten als deze kamer niet gebruikt wordt. De hoeveelheid normaal licht en het Ultraviolet gehalte hiervan is veel te hoog en zal op den duur schade aanrichten.
Prioriteit
De schilderijen met inventaris nr. 317, 329 en 536 behorend tot het oudste deel van de collectie zullen op korte termijn behandeld dienen te worden, hiervoor zal eerst een uitgebreider behandelingsvoorstel worden gemaakt. Vervoer naar een restauratie-atelier is dan noodzakelijk i.v.m. de benodigde onderzoeksapparatuur.
Aanbeveling
Gezien de grote achterstand in de conservering van de collectie is het aan te bevelen om een inhaalslag te maken. Bijvoorbeeld in de vorm van een project over een periode van 5 jaar, te beginnen bij die schilderijen waarvan de behandelingsduurindicatie "conservering" laag is. Op deze manier kunnen er veel schilderijen in relatief weinig arbeidsuren van de lijst "urgent" worden geschrapt. De toestand van deze schilderijen zal dan gestabiliseerd zijn.
Dit levert op langere termijn een besparing op in de conserveringskosten.